In 2015 wil het advocatenkantoor haar om bedrijfseconomische redenen ontslaan. Het kantoor stelt de secretaresse een regeling voor en dreigt de seksueel getinte mails openbaar te maken als zij niet op het voorstel ingaat. De vrouw doet dat niet en het kantoor voegt daad bij het woord door de mails aan het UWV te zenden. De vrouw vraagt vervolgens ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan vanwege ernstig verwijtbaar handelen. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst vervolgens en ziet geen reden voor een billijke vergoeding. De secretaresse pikt dit niet en gaat in hoger beroep bij het hof.

Het hof Den Bosch oordeelt op 4 februari 2016 dat het advocatenkantoor ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De mails zijn al een paar jaar oud en het kantoor, dat de mails toen ook al kende, heeft er destijds geen consequenties aan verbonden, noch de secretaresse daarop aangesproken. Dat het kantoor de mails daadwerkelijk heeft ingebracht in de UWV procedure, acht het hof extra verwijtbaar. Het advocatenkantoor had zich kunnen moeten realiseren dat het voor de secretaresse uitermate gênant zou zijn wanneer de mails zouden worden geopenbaard en ook had het kantoor er rekening mee moeten houden dat dit van negatieve invloed zou zijn op de persoonlijke levenssfeer van de secretaresse.

Het hof kent de secretaresse, die ruim 9 jaar in dienst is geweest, alsnog een billijke vergoeding toe ter hoogte van EUR 10.000 bruto.