In Nederland zijn al een tijdje geen arbeidsrechtelijke uitspraken geweest waarin social media een rol speelt. Tijd om over de grens te kijken dus. In Groot-Brittannië en Frankrijk blijken rechters van mening dat je niet te snel verstrekkende gevolgen mag verbinden aan uitlatingen op Facebook. Zij vinden dat Facebook vooral als ‘privé’ moet worden aangemerkt.
‘Uitspraken op Facebook hebben niks met werk te maken’
Een 54-jarige christelijke huisvestingsmanager uit Bolton in Groot-Brittannië plaatste op zijn Facebook-pagina de opmerking ‘an equity too far’ bij een nieuwsbericht over kerkelijke homohuwelijken. Zijn Facebook-pagina was opengesteld voor ‘vrienden’ (waaronder 45 collega’s) en ‘vrienden van vrienden’. Er werd gereageerd op zijn bericht en Mr Smith, want zo de heette de manager, schreef daarop: ‘the bible is quite specific that marriage is for men and women if the state wants to offer civil mariage to same seks then that is up to the state; but the state shouldn’t impose it’s rules on place of faith and conscience’. De woningbouwvereniging schorste Mr Smith vanwege een overtreding van haar social media gedragscode, waarvoor hij had getekend. Ook werd Mr Smith gedegradeerd tot adviseur en werd zijn salaris met 40% verlaagd van £35,000 naar £21,000. Ontslag bleef alleen uit omdat Mr Smith al 18 jaar in dienst was. De rechtbank stelde de werkgever in het gelijk, maar toen Mr Smith zijn met steun van een homofoob christelijk instituut aan het High Court voorlegde, oordeelde deze hogere rechter dat Mr Smith niets verkeerd had gedaan, dat zijn Facebook voor persoonlijk gebruik was en dat geen weldenkend mens zou kunnen veronderstellen dat hij het standpunt van zijn werkgeefster uitdroeg. High Court (UK) 16 november 2012, EELC 2013/10
‘Belediging leidinggevende op Facebook niet publiekelijk’
In Frankrijk speelde een zaak van een werkneemster die op MSN en Facebook zwaar beledigende teksten had geplaatst over haar leidinggevende. Zij had de naam van haar leidinggevende daarbij niet genoemd. De leidinggevende vorderde vervolgens schadevergoeding op grond van belediging voor zichzelf en het bedrijf. De vordering van het bedrijf werd door de rechtbank afgewezen omdat alleen de leidinggevende was beledigd. Maar ook de vordering van de leidinggevende werd niet toegewezen omdat de belediging niet publiekelijk was gedaan, omdat de MSN- en Facebook-pagina’s alleen voor ‘vrienden’ toegankelijk waren. In cassatie hield dit oordeel stand bij het Cour de cassation. Cour de cassation (Frankrijk) 10 april 2013 EELC 2013/32
Conclusie
Conclusie van het bovenstaande is dat deze buitenlandse rechters het gebruik van Facebook als privé bestempelen en niet als ‘publiek’, zoals een Rotterdamse rechter op 29 augustus 2012 –naar mijn mening ten onrechte- deed, zie mijn blog daarover. Wel benadrukte de Franse rechter dat daarbij van belang was dat de werkneemster haar Facebook pagina alleen voor vrienden had opengesteld. Hoe dan ook kunnen de uitspraken een nuttige verwijziging blijken in Nederlandse zaken, omdat er vooralsnog weinig Nederlandse jurisprudentie voorhanden is.
Aantjes Advocaten B.V.
Groot Hertoginnelaan 97
2517 EE Den Haag