Zij stript en danst op schoot bij de werknemer, laat hem kledingstukken bij haar uittrekken en verdwijnt met hem onder een doek in de kantine. Daarnaast danst en stript zij op de tafel, zoekt zij toenadering tot enkele van zijn collega’s en vraagt zij hen om haar billen in te smeren met olie, slagroom van haar lichaam af te likken en/of haar te slaan met een zweepje. De werkgever is not amused en vraagt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de jubilaris.

De kantonrechter verwijt de werknemer dat hij de gevolgen van het houden van de toespraak en het inhuren van een seksueel getinte act op de werkvloer onvoldoende heeft doordacht. Hij heeft zijn collega’s overvallen met een situatie waar zij niet allemaal deel van uit wilden maken. Daarnaast is het werknemer aan te rekenen dat hij, toen hij op enig moment kennelijk wel inzag dat hij te ver was gegaan in de wijze waarop hij zijn jubileumviering vorm had gegeven, daar niet de verantwoordelijkheid voor heeft genomen en geen openheid van zaken heeft gegeven (hij gaf de schuld aanvankelijk aan iemand anders). De kantonrechter vindt dat werknemer met dit incident het vertrouwen van zijn werkgever dusdanig heeft beschadigd dat de arbeidsverhouding tussen partijen ernstig en duurzaam verstoord is geraakt. Dat maakt dat verweerder een verwijt kan worden gemaakt. Het handelen van werknemer kwalificeert naar het oordeel van de kantonrechter echter niet als ernstig verwijtbaar handelen (e-grond). De kantonrechter wijst het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toe op de g-grond. De werknemer ontvangt een transitievergoeding, maar geen billijke vergoeding.

Bron: Rechtbank Den Haag, 20 maart 2018, 6613889 RP VERZ 18-50081