Eerste WWZ-vonnissen: soepele kantonrechters en ook opvolgende werkgever mag aanzegplicht niet vergeten!

De eerste twee WWZ-vonnissen zijn gepubliceerd! Zij gaan over de aanzegvergoeding en dateren van 13 mei 2015. Een korte beschrijving.

Schending aanzegverplichting
Een werkneemster is voor bepaalde tijd, tot 1 maart 2015, in dienst van A. A heeft tot 15 oktober 2014 haar loon betaald. De werkneemster heeft schriftelijk aangegeven ontslag te nemen en per 15 oktober 2014 uit dienst te treden, maar ook een brief van A in het geding gebracht waarin wordt geschreven dat de zaak wordt overgenomen door B en werkneemster vanaf 15 oktober 2014 niet meer in dienst is. Werkneemster vordert betaling van een vergoeding ter hoogte van een maandsalaris ter zake de aanzegverplichting ex artikel 7:668 BW. Zij stelt dat haar arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd op 28 februari 2015, zonder dat zij op voorhand is geïnformeerd over voortzetting dan wel beëindiging van het contract. Ook heeft zij gesteld dat sprake is van overgang van onderneming per 15 oktober 2014, waardoor zij per die datum in dienst is gekomen bij B, de rechtsopvolger van A.

Schriftelijk informeren
De kantonrechter Leeuwarden stelt in zijn vonnis van 13 mei 2015 voorop dat vanaf 1 januari 2015 op grond van artikel 7:668 lid 1 BW de aanzegplicht geldt, op grond waarvan een werkgever verplicht is om de werknemer uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt schriftelijk te informeren over het al dan niet voortzetten ervan. Wanneer de werkgever deze aanzegverplichting niet is nagekomen, is de werkgever in beginsel ex artikel 7:668 lid 3 BW een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het loon voor één maand. Echter, artikel 7:686a lid 2 BW, waarin is geregeld dat – onder meer – vorderingen zoals deze worden ingeleid met een verzoekschrift, treedt eerst in werking per 1 juli 2015 en is derhalve nog niet van kracht. Dit betekent dat de onderhavige vordering -tot betaling van de aanzegvergoeding- bij dagvaarding had moeten worden ingeleid. De kantonrechter stelt vast dat beide gedaagden door betekening van de deurwaardersexploten correct, op de in de wet voorgeschreven wijze voor dagvaardingsprocedures, zijn opgeroepen door werkneemster. Daarmee is noch B noch A in zijn of haar processuele belang geschaad. Bovendien is A met een verweerschrift in de procedure verschenen. De kantonrechter bepaalt ambtshalve dat overeenkomstig artikel 69 Rv de procedure wordt voortgezet volgens de regels die gelden voor de dagvaardingsprocedure. Werkneemster heeft onbetwist gesteld dat haar werkgever de aanzegverplichting van artikel 7:668 lid 1 BW in het geheel niet is nagekomen. De werkgever is derhalve ex artikel 7:668 lid 3 BW een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het loon voor één maand, zoals gevorderd door werkneemster. Geoordeeld wordt dat B als werkgever moet worden beschouwd. Daartoe wordt overwogen dat op grond van de feitelijke gang van zaken zoals voldoende onderbouwd gesteld door werkneemster – waaronder de overdracht van het gebouw, de inventaris, de klantenkring, het personeel en de in de onderneming verrichte activiteiten – de conclusie gerechtvaardigd is dat sprake is van overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 lid 2 BW, waarbij de onderneming vanaf 15 oktober 2014 door B is voortgezet.

Aanzegvergoeding te vroeg gevorderd
De andere uitspraak van 13 mei 2015 van de kantonrechter Den Haag betreft een kwestie waarin een advocaat iets te enthousiast een aanzegvergoeding vorderde. De arbeidsovereenkomst eindigde namelijk op 31 januari 2015 en volgens het overgangsrecht is de aanzegvergoeding pas verschuldigd wanneer de arbeidsovereenkomst op of na 1 februari 2015 eindigt. Ook in dit geval werd de vordering bij verzoekschrift gedaan in plaats van bij dagvaarding, maar ook de Haagse rechter keek dit door de vingers.

Conclusie
Inmiddels is de WWZ al enige tijd van kracht en zijn er diverse uitspraken over de aanzegverplichting gewezen. Wil je meer over de aanzegverplichting weten? Neem gerust contact op! 

Heeft u een vraag? Wij hebben het antwoord.

Adres

Aantjes Advocaten B.V.
Groot Hertoginnelaan 97
2517 EE Den Haag

Bereikbaar op