Wanneer is een concurrentiebeding in tijdelijk contract geldig?

Per 1 januari 2015 zijn de regels aangepast voor het opnemen van een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Een concurrentiebeding in een tijdelijk contract is niet meer toegestaan, tenzij de werkgever aantoont dat dit noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Maar wanneer is daarvan sprake?

Op 23 juli 2015 heeft de kantonrechter te Amsterdam voor het eerst over een dergelijke kwestie geoordeeld en enige aanwijzigingen gegeven. Het blijkt nog niet zo eenvoudig om een dergelijk beding op geldige wijze overeen te komen in een tijdelijke arbeidsovereenkomst.

In deze zaak ging het om een werknemer die op 1 september 2014 voor de duur van zes maanden in dienst is getreden bij het detacheringsbureau DPA Nederland B.V. (hierna: DPA) als Consultant Banking & Insurance.  Na drie weken wordt de werknemer gedetacheerd bij Delta Lloyd. Op 1 maart 2015 is is de arbeidsovereenkomst van werknemer verlengd met een jaar. In artikel 9 van de arbeidsovereenkomst is relatie- en concurrentiebeding opgenomen. DPA heeft ook uitgelegd waarom zij van mening is dat er zwaarwegende bedrijfsbelangen zijn:

“4. Zwaarwegende bedrijfsbelangen

DPA heeft zwaarwegende bedrijfsbelangen die het in de arbeidsovereenkomst opnemen van het relatiebeding en concurrentiebeding zoals opgenomen in lid 1 en lid 2 van dit artikel noodzakelijk maken. DPA hecht veel waarde aan opleiding van haar medewerkers, hetgeen betekent dat zij veel tijd in opleiding investeert en hiervoor ook kosten worden gemaakt. Dit geldt in het bijzonder voor de functie van Consultant Banking & Insurance van de medewerker. Verder zal de medewerker in zijn functie van Consultant Banking & Insurance al direct vanaf de aanvang van het dienstverband kennis verwerven van het door DPA opgebouwde netwerk, het marktgebied, de behoeften en de werkwijze van DPA. Gelet op de zeer concurrentiegevoelige detacheringsbranche waarin DPA opereert, bestaat er wegens de bij DPA specifiek verworven kennis en kunde vrees voor benadeling van DPA indien de medewerker na beëindiging van de arbeidsovereenkomst in strijd handelt met het in lid 1 en/of lid 2 van dit artikel opgenomen relatiebeding en/of concurrentiebeding. De bij DPA specifiek verworven kennis en kunde zou door de medewerker immers kunnen worden aangewend om, direct of indirect, concurrerende activiteiten te verrichten.”

Nieuwe baan bij de concurrent
Op 29 mei 2015 zegt de werknemer de arbeidsovereenkomst tussentijds op met inachtneming van een opzegtermijn van een maand. Werknemer heeft een nieuwe baan geaccepteerd bij detacheringsbureau APai, een concurrent van DPA. DPA protesteert tegen de indiensttreding van de werknemer bij APai en geeft aan dat werknemer aan het concurrentiebeding wordt gehouden. De werknemer vordert daarop schorsing van het concurrentiebeding.

Schriftelijke motivering
De kantonrechter merkt op dat het uitgangspunt is dat een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet geldig is, tenzij uit de schriftelijke motivering van het beding blijkt dat een concurrentiebeding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen (artikel 7:653 BW). Dit is dus een zware toets, waardoor de kantonrechter aanknoopt bij de parlementaire geschiedenis. De parlementaire geschiedenis zegt dat er sprake dient te zijn van ‘specifieke werkzaamheden’ of een ‘specifieke functie’ die per geval een afweging en motivering verlangt. De kantonrechter vindt dat de genoemde zwaarwegende bedrijfsbelangen, zoals opgebouwde netwerk, marktgebied, de behoeften en werkwijze van DPA, onvoldoende concreet zijn gemaakt door DPA, omdat een nadere invulling of omschrijving over de werving en bescherming van specifieke kennis en/of (vertrouwelijke) bedrijfsinformatie werknemer ontbreekt. Daarbij weegt mee dat werknemers van DPA bij verschillende opdrachtgevers te werk worden gesteld en de feitelijke werkzaamheden van een consultant van geval tot geval kunnen wisselen. DPA legt de nadruk op de investering in de opleiding van haar werknemers en dat werknemers bij verschillende opdrachtgevers werkervaring opdoen, maar waarom bescherming nodig is via een concurerentiebeding in plaats van een studiekostenbeding of geheimhoudingsbeding, acht de kantonrechter onvoldoende onderbouwd.

Zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen
Voor het geval DPA wel voldoet aan de schriftelijke motivering met betrekking tot zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen en het noodzakelijkheidsvereiste, dan is er sprake van een onbillijke benadeling van de werknemer in verhouding tot het te beschermen belang van DPA. Bij de belangenafweging van de werknemer ten opzichte van de werknemer wordt tevens in aanmerking genomen dat werknemer alleen bij Delta Lloyd werkzaam is geweest, werknemer slechts twee cursussen heeft gevolgd (waarvan één cursus reeds voor de indiensttreding was aangevangen) en tweede cursus uit zelfstudie bestond zonder toegang tot het systeem van DPA. In tegenstelling tot het standpunt van DPA, is er geen sprake van een carrièreboost aan de kant van werknemer, omdat werknemer geen adviserende taak heeft gehad bij Delta Lloyd en meer als cliënt desk medewerker heeft gewerkt, zijnde klanten nabellen en attenderen op beleggingsproducten. Er kan dan ook niet gezegd worden dat APai hiervan de vruchten plukt. Tot slot weegt mee dat werknemer een baan accepteert die veel beter bij zijn werkervaring uitsluit en een hoger inkomen met zich meebrengt. Het concurrentiebeding wordt om die redenen geschorst.

Relatiebeding wordt gelijk behandeld als concurrentiebeding
De kantonrechter bevestigt hiermee dat ook een relatiebeding moet voldoen aan de schriftelijke motiveringseis van artikel 7:653 lid 2 BW. Ook lijkt het erop dat dezelfde zware eisen worden gesteld aan een relatiebeding als aan een concurrentiebeding, terwijl er ook wel wordt gesteld dat een relatiebeding minder streng zou moeten worden getoetst dan een concurrentiebeding. Het lijkt er echter op dat dit niet zo is, want de kantonrechter heeft geen onderscheid gemaakt tussen het concurrentie- en relatiebeding. Dit volgt overigens evenmin uit de parlementaire geschiedenis.

Conclusie
Wil een concurrentie- of een relatiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd standhouden, dan is onze conclusie dat de schriftelijke motivering terzake van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen goed en duidelijk onderbouwd moet worden aan de hand van concrete en aantoonbare voorbeelden. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden bij het formuleren van een concurrentie- en/of relatiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Heeft u hierover vragen, neem dan contact met ons op via aantjes@aantjesadvocaten.nl of bel: 06-14545793

Heeft u een vraag? Wij hebben het antwoord.

Adres

Aantjes Advocaten B.V.
Groot Hertoginnelaan 97
2517 EE Den Haag

Bereikbaar op